Een kind gezond leren eten kost aandacht en tijd. Maar het is een groot cadeau aan je kind als het lukt! Tot 3 jaar worden smaakontwikkeling én het aantal vetcellen bepaald. Als je het dán goed doet, heeft je kind daar een leven lang plezier van. Hier wat tips per leeftijd. Lees ook onze complete folder Wat mag mijn kind al eten?
Heel veel succes!
Starten met groente in plaats van fruit, kan helpen om groentesmaken beter te accepteren.
Tot ongeveer 6 maanden geef je voor de smaakontwikkeling, oefenhapjes naast de melkvoeding. De vaste hap vervangt nog geen fles of borst en de belangrijkste voedingsstoffen haalt je kindje nog uit de melkvoeding. Je begint met 1 á 2 keer per dag 3 tot 4 lepeltjes (ongeveer 1 tot 2 ijsblokjes). Je kunt het langzaam opbouwen, totdat je vanaf 8 maanden melkvoedingen gaat vervangen voor een echte maaltijd. Elk kindje is anders en de eetbehoeften van ieder kindje zijn anders. Kijk goed naar je kindje en dring je kindje geen eten op. Eten is vooral ontspannen!
Onthoud dat wanneer etenstijd ontspannen en gezellig is, je kindje ook minder kieskeurig zal zijn en meer zal willen proeven!
Ouders zijn soms bang dat hun kind te weinig eet. Als een kind zijn groente niet op eet, krijgt het kind iets anders, zoals een boterham, potje, fruit, extra vlees of een toetje. Het kind leert dan dat het beloond wordt als het zijn groente niet op eet. En zal steeds vaker groente weigeren. Dwing je kind ook niet om te eten. Zelf het goede voorbeeld geven werkt het beste. Wees ook gerust: een kind valt niet om als het een avond niet goed eet. Als je je zorgen maakt, weeg je kind dan wat vaker op het consultatiebureau. Zij kunnen zien of je kindje goed groeit.
Jij bepaalt wat je kind eet en je kindje bepaalt hoeveel. Dwing je kindje niet om te eten, jij hebt waarschijnlijk ook niet altijd evenveel trek. Vertrouw erop dat je kind precies eet wat hij/ zij nodig heeft. Twijfel je of je kindje wel genoeg eet? Bespreek het dan met een deskundige of op het consultatiebureau.
Als je het hapje te snel na de borst- of flesvoeding geeft, kan het zijn dat je kindje nog vol zit van de melk. Het kan ook zijn dat het te lang heeft geduurd en je kindje te hongerig en geïrriteerd is om te eten. Of hij is moe en heeft geen zin meer. Probeer op tijd te eten. En als dat niet lukt met elkaar, dan kun je je kindje alvast een hapje geven voordat je zelf gaat eten.
De tijd om aan (nieuw) eten te wennen. Soms moet een kindje tot wel 15x eenzelfde smaak hebben geproefd om de smaak te waarderen. Je kindje trekt vieze gezichten, maar dat betekent niet dat hij/ zij het niet lekker vindt, maar eerder denkt ”Oeh, wat is dit? Vind ik dit lekker? Hoe moet ik dit eten? Wat is dit voor textuur?” etc. Heb geduld, geeft niet op, en bied eenzelfde smaak meerdere keren aan!
Maak van eten een rustig ritueel. Door samen aan tafel te eten leer je je kind dat eten meer is dan “gewoon eten”. De maaltijd is een moment om met elkaar te verbinden en aandacht voor elkaar te hebben. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen!
Vanaf 7 maanden worden de hapjes steeds groter en breid je langzaam uit tot je bij 8 maanden een melkvoeding kunt gaan vervangen voor een echte maaltijd. Vergeet niet om af te bouwen met de fles, want dan krijg je kindje meer trek in vast voedsel en zal het er steeds meer van eten. Probeer ook niet te veel fruit of tussendoortjes te geven. Dit zorgt er voor dat je kind het groente hapje minder goed eet.
Als je kindje langzaam aan vaste happen en verschillende smaken gewend is kun je vanaf een maand of 7 lekker gaan variëren met smaken. Je kunt verschillende groente combineren, milde kruiden toevoegen en zelfs beginnen met kip, vis, ei, rijst of pasta! Probeer de ‘pap’ en de ‘vaste hap’ varianten. Soms wil je baby het papje niet en is hij of zij toe aan het zelf pakken en sabbelen op een heel stuk. Laat je baby het hapje zelf pakken en geef het zoals jij het ook eet. Een stronkje gekookte broccoli of bloemkool, gekookte of gestoomde reepjes groente (pastinaak of wortel!) en stukken avocado zijn allemaal fijn om van te happen.
Griezel je zelf van munt in je eten? Ook voor volwassenen geldt dat als zij een smaak 15x proeven, ze deze meer gaan waarderen. Dus je kunt ook samen met je kindje nieuwe smaken gaan proeven! Een kind kopieert het eetgedrag van de ouders. Let maar eens op, ze willen altijd eten wat er op jouw bord ligt. Als jij dus nieuwe smaken proeft, gaat je kind dat vanzelf ook doen!
Je kind doet jou na! Zorg jij goed voor jezelf, eet jij graag groente, proef jij graag nieuwe smaken en vind je het leuk om in de keuken te staan? Grote kans dat je kind dat ook heeft! Eet jij je groente niet, proef je nooit iets nieuws of eet je de hele dag door? Grote kans dat je kind dat ook wil! Wees je bewust van je eigen gedrag en wees het voorbeeld dat je graag wilt zien!
Vanaf 8 maanden kan je kindje steeds grovere hapjes eten. Probeer af en toe eens wat van je eigen bord fijn te prakken en kleine hapjes aan je baby te geven, zo went je kindje aan de smaken waar je zelf graag mee kookt. Let er dan wel op dat je zonder zout kookt en zout pas op je eigen bord toevoegt! Vanaf 1 jaar mag een kind volledig ‘met de pot mee’ eten. Heel gezellig!
Als je overgaat op vaste voeding is het fijn om vaste eetmomenten in te plannen. Vaste eetmomenten leren je kindje om niet de hele dag door te eten. En plan de tussendoortjes niet vlak voor de maaltijd, zo houdt je kindje genoeg trek om de groentehap te eten. Het kleine buikje zit zo vol!
Let op de voedingsstoffen, niet op de calorieën! Geef je kindje natuurlijke verse producten. Potjes zijn niet erg, maar kinderkoekjes en toetjes zitten echt vol suiker. Vers fruit of ongezoete yoghurt zijn veel gezonder. Geef liever niet te veel brood en pasta vanwege het gebrek aan voedingsstoffen. Kies vooral voor groente, vlees of vis en volkoren granen (volkoren rijst, gierst, boekweit, quinoa etc). Wees vooral niet bang voor vetten! Vetten geven het immuunsysteem van je kindje een boost en het is belangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen. Denk aan boter, volle yoghurt, eieren, kokosolie, olijfolie, avocado en vette vis.
Beloon of troost je kind met aandacht en niet met iets lekkers. Je zorgt er zo voor dat als je kind later verdrietig is, het ook niet gelijk naar 'eten of drinken' grijpt om zichzelf te troosten.
